ELITIST GIRL OF YOUR DREAMS
DEEL 4/6
Anaïs Maes
DEEL 4/6
Anaïs Maes
Een witte vrouw die op het punt stond om dezelfde denkfout te maken zoals wij, werd op het laatste door haar vrienden gewaarschuwd dat ook zij zichzelf nog niet genoeg gedeconstrueerd had om het te hebben over huidskleur. Die witte vrouw is theatermaakster Julie Cafmeyer.
Sinds haar voorstelling Is this porn, no this is love is zij iemand waar ik naar op kijk. Hoe ze liefde en persoonlijke problemen kan linken met performance en publieksparticipatie blies mij omver. Dat en een hele grote dosis zelfrelativering. Ik lees haar columns in De Morgen elke week, en voel me zo dus altijd vrij goed op de hoogte van haar leven. Zo ook in mei 2019 over haar nieuwe voorstelling, die ze aanvankelijk “Confessions of a white girl” wou noemen.
Mijn andere vriendin zegt: “Ja, daar gaat het om. Jij wil onderzoeken welke vrouw je wil zijn. Welke vrouw je ook wil zijn, er zal altijd over geoordeeld worden. Je moet je titel doorstrepen en veranderen in BAD WOMAN. Beschrijf eerst jouw innerlijke tocht alvorens te willen begrijpen wat de strijd voor een ander is. Deze zoektocht zal je ook bewust maken van je privilege als witte vrouw.”
'Bad Woman' dus. De voorstelling speelde op TAZ 2019. Ik boekte meteen tickets met mijn vaders visakaart, de sponsor van mijn culturele uitstapjes. Bij binnenkomst gingen mijn gezelschap en ik op de eerste rij zitten, klaar voor wat er zou komen. In haar voorstelling is er geen vierde wand, mensen in het publiek worden het podium opgeroepen of krijgen een microfoon in hun hand geduwd. Zo ook wij: ik werd twee keer het podium op gevraagd. De eerste keer aan het begin van de voorstelling toen ik haar met water moest overgieten, als in een echte badpakkenspecial, en op het einde toen ik een spiegeltje tussen haar benen moest houden. We lachten ons krom. Alles was zo herkenbaar: een plant kopen iedere keer als je beslist om een jongen niet meer te zien, als een tastbaar bewijs dat je hem niét mag sturen. Mensen die opmerkingen maken over je figuur, want dat wordt er met de jaren niet beter op. Op reis gaan en je zo bewust worden van je privileges, vaak op de meest verschrikkelijke en paternalistische wijze. Ik vond het geweldig van begin tot eind.
Op Café Koer wordt er na afloop altijd druk gediscussieerd, en ik schrok toen ik hoorde dat niet iedereen het even geniaal vond als ik. Navelstaarderij, egocentrisch, kapot gerelativeerd, “wat boeit mij iemands leven nu” etc. Ik zou mezelf niet zijn als ik daar niet even fel tegenin zou gaan, en probeerde iedereen ervan te overtuigen dat werk maken over je eigen leven een legitieme keuze is: wat hebben we anders? Wat heb ik anders dan mijn lichaam, dan mijn ervaringen, dan mijn conflicten, trauma’s, liefdes, mijn pieken en dalen?
Op Café Koer wordt er na afloop altijd druk gediscussieerd, en ik schrok toen ik hoorde dat niet iedereen het even geniaal vond als ik. Navelstaarderij, egocentrisch, kapot gerelativeerd, “wat boeit mij iemands leven nu” etc. Ik zou mezelf niet zijn als ik daar niet even fel tegenin zou gaan, en probeerde iedereen ervan te overtuigen dat werk maken over je eigen leven een legitieme keuze is: wat hebben we anders? Wat heb ik anders dan mijn lichaam, dan mijn ervaringen, dan mijn conflicten, trauma’s, liefdes, mijn pieken en dalen?
Mijn gedachten zitten in mijn hoofd en die kunnen daar niet blijven. Die moeten naar buiten, die banen zichzelf een weg naar buiten. Ik ben een frequente oversharer. Iedereen mag alles van mij weten. Soms ben ik ijdel genoeg om te geloven dat er misschien wel ooit iemand iets aan zou hebben.
Julie Cafmeyer is mijn bondgenoot, omdat het als jonge vrouw in deze wereld niet evident is. Vroeger nog een heel pak minder, maar de patriarchie neemt niet per se af, hij vervormt gewoon. Julie spreekt over seks, vertelt haar dokter dat ze zo graag op het bed gesmeten wordt, aan haar haar getrokken, een mep in haar gezicht krijgt. Dat het nooit genoeg is, nog nog nog. Het is een dapper statement om te maken, om sex positive naar buiten te komen. De favoriete verhalen die ik vertel, gaan over mijn onenightstands, en de chlamydia die ik eens opliep na een gebroken hart. Rebounds aan de lopende band.
Chlamydia doet echt pijn. Je voelt het in je schoot branden en draaien als een vuurbal. Het stigma, de schaamte die ik voelde. Ik voel me nochtans niet echt schuldig als ik ergens een griep opgelopen heb.
Ik herhaal het nog eens: een voorstelling maken over je seksleven en jezelf als een seksueel wezen op scène zetten is voor vrouwen een radicaal iets om te doen.
Julie Cafmeyer is mijn bondgenoot, omdat het als jonge vrouw in deze wereld niet evident is. Vroeger nog een heel pak minder, maar de patriarchie neemt niet per se af, hij vervormt gewoon. Julie spreekt over seks, vertelt haar dokter dat ze zo graag op het bed gesmeten wordt, aan haar haar getrokken, een mep in haar gezicht krijgt. Dat het nooit genoeg is, nog nog nog. Het is een dapper statement om te maken, om sex positive naar buiten te komen. De favoriete verhalen die ik vertel, gaan over mijn onenightstands, en de chlamydia die ik eens opliep na een gebroken hart. Rebounds aan de lopende band.
Chlamydia doet echt pijn. Je voelt het in je schoot branden en draaien als een vuurbal. Het stigma, de schaamte die ik voelde. Ik voel me nochtans niet echt schuldig als ik ergens een griep opgelopen heb.
Ik herhaal het nog eens: een voorstelling maken over je seksleven en jezelf als een seksueel wezen op scène zetten is voor vrouwen een radicaal iets om te doen.
Het kapitalisme, het patriarchaat en ik
Mijn docente Adva is een heel speciaal iemand. In september dit jaar begon de lessenreeks, en ik denk dat je geen twee grotere tegenpolen tegenover elkaar kon zetten dan wij. Als pegagoog is ze kalm, denkt ze na over het proces, pakt ze alles wat komt, laat iets ontstaan. Ik vind processen vaak langdradige dingen, en geraak het liefst zo snel mogelijk tot het eindresultaat. Ik ben informatieobessed, en altijd op zoek naar nieuwe input. Zij wilde stil staan bij wie we waren als klas, en ik heb een hekel aan groepen. Klinkt het niet, dan botst het. In een vrij verhitte discussie, ik helemaal in tranen, zij met haar hand op haar hoofd, zei ik dat ik deze lessen helemaal niet nodig had en dat ik gewoon kunst wil maken, en carrière en alle verkeerde redenen waarom iemand uberhaupt naar een school gaat. Ze zei dat, voor iemand met zo’n uitgesproken mening tegen ongelijkheid, ik vreselijk kapitalistisch was. Touché.
En het is zo, ik bén tegen ongelijkheid. Ik probeer de best mogelijke feminist te zijn, met alle gevolgen van dien.
In onze drang om onze zorgvuldig gekozen geschiedenis als een lineair narratief te zien, zijn er vier feministische golven terug te vinden. De eerste ging over juridische gelijkheid en stemrecht, aan het eind van de 19e eeuw, begin 20e. Nadat de suffragettes in de Westerse Wereld overwinning na overwinning binnenhaalden, kregen vrouwen in België pas in 1948 volledig stemrecht. De tweede feministische golf begon in de jaren 60.
In onze drang om onze zorgvuldig gekozen geschiedenis als een lineair narratief te zien, zijn er vier feministische golven terug te vinden. De eerste ging over juridische gelijkheid en stemrecht, aan het eind van de 19e eeuw, begin 20e. Nadat de suffragettes in de Westerse Wereld overwinning na overwinning binnenhaalden, kregen vrouwen in België pas in 1948 volledig stemrecht. De tweede feministische golf begon in de jaren 60.
Kunstenaars houden zich zelden afzijdig tijdens revoluties en onderdrukking, en deze tweede feministische golf bracht samen met het getij een radicale generatie kunstenaressen naar voor. Ze streden allemaal, op eigen hun manier, tegen de ongelijkheid en de discriminatie die met hun gender (en vaak ook huidskleur) gepaard ging zoals Adrian Piper, Ana Mendieta en Judy Chicago.
De derde golf wou het feminisme herdefiniëren, en ondertussen zitten we al aan de vierde golf; het feminisme van mijn generatie, onlosmakelijk verbonden met de digitale wereld en intersectionaliteit, een begrip uit de jaren tachtig. Mijn intersectionaliteit uit zich sterk in Brieven aan Baricco, Letters to Alessandro, en is iets wat ik alsmaar meer wil meenemen in mijn werk.
Het is in deze vierde stroom dat ik meezwem, tegen het patriarchaat, tegen de groeiende onverdraagzaamheid.
Tekst is altijd al het middel geweest waarmee ik me het best kan uitdrukken, hetzij gesproken, hetzij geschreven. Maar in mijn werk probeer ik zo multimediaal mogelijke performances te maken, omdat die vorm voor mij het meest overeenkomt met de tijd waarin we nu leven.
Deze tijd geeft mij het (voor)recht om online Thalys tickets naar Londen te kopen, een tweepersoonskamer in het Ibis Budget hotel vlak aan Whitechapel te boeken, vervolgens vlot door de identiteitscontroles te raken, en twee dagen lang een heleboel musea aan te doen. Het grootste doel van deze reis: mijn geld spenderen in Selfridges, en 'Make Love Revolutionary' in Whitechapel zien van Anna Maria Maiolino. Adva had gelijk: hoewel ik er een grondige hekel aan heb, is het kapitalisme best op mijn lijf geschreven.
Tekst is altijd al het middel geweest waarmee ik me het best kan uitdrukken, hetzij gesproken, hetzij geschreven. Maar in mijn werk probeer ik zo multimediaal mogelijke performances te maken, omdat die vorm voor mij het meest overeenkomt met de tijd waarin we nu leven.
Deze tijd geeft mij het (voor)recht om online Thalys tickets naar Londen te kopen, een tweepersoonskamer in het Ibis Budget hotel vlak aan Whitechapel te boeken, vervolgens vlot door de identiteitscontroles te raken, en twee dagen lang een heleboel musea aan te doen. Het grootste doel van deze reis: mijn geld spenderen in Selfridges, en 'Make Love Revolutionary' in Whitechapel zien van Anna Maria Maiolino. Adva had gelijk: hoewel ik er een grondige hekel aan heb, is het kapitalisme best op mijn lijf geschreven.
Anna Maria Maiolino (1942, geboren in Italië) was actief tijdens de militaire dictatuur die Brazilië in zijn ijzeren greep hield tussen de jaren 60 en 80. Haar plaats in die tijd op dat moment onder de toenmalige overheid is bepalend voor het werk dat ze toen maakte. In What Is Left Over, uit haar series ‘Fotopoemação’, Photopoemaction, 1974, houdt ze een schaar vast, alsof ze klaar is om haar eigen tong af te knippen. Voor Maiolino was de serie een manier om een daad van poëtische vrijheid om te vormen tot een daad van politiek verzet. Het afsnijden van je tong betekent symbolisch dat je vermogen tot spreken is ondermijnd en verwijst naar een dubbele kritiek op censuur en de uitsluiting van vrouwen op een mannelijk discours. De poëzie die men vaak toedicht aan taal, vertaalt zij naar een beeld. Lingua in het Italiaans is zowel taal als tong; zowel de poëzie als de mogelijkheid je stem te laten horen. Freedom of speech is in onze tijd nog een even zwaar issue. Maar het wordt interessant om ook dat te onderzoeken, en te kijken of taal meer is dan louter een vorm van communicatie. Zoals ik in Brieven aan Barrico onderzocht, gaat het ook vaak gepaard met een sociale klasse. AMM was een kunstenares en gebruikte haar stem om problemen aan te klagen. De censuur was heftig, en de manier om mensen het zwijgen op te leggen. Nu kan taal een middel zijn om dat laatste net te doen: als je het niet genoeg beheerst, heb je dan wel recht van spreken? De eeuwige klassenstrijd duikt hier altijd in op.
En daar was Anna Maria Maiolino niet alleen in. Aan het andere gedeelte van het Amerikaanse continent, namelijk in New York waar AMM ook een tijdje woonde, was eind jaren zestig de Amerikaanse kunstenares Mierle Laderman Ukeles behoorlijk wat furore aan het maken met haar Manifesto for Maintenance Art (1969).
MLU zat erg gewrongen met het feit dat ze voor sommige mensen (zichzelf inbegrepen) eigenlijk uit twee delen bestond: moeder en kunstenares. Ze was een schepper van leven, van kunst, maar niemand vroeg haar hoe dat nu was: zelf leven op de wereld zetten. Ze schreef een manifest een jaar nadat ze haar kind baarde.
Het onderwerp: het verschil tussen ontwikkeling en onderhoud. De pure creatie is iets wat onlosmakelijk verbonden is met de mannelijke kant van het kunstenaarschap, terwijl onderhoud, zoals het huishouden, aan vrouwen wordt toegedicht. Maar MLU was beiden; ze was schepper én onderhouder. Er is veel te doen in de feministische filosofie over unpaid labour. Zeker in de tijd van Ukeles was het normaal dat vrouwen thuis bleven om voor het gezin te zorgen. Zij hadden een even grote fulltime job, maar werden niet betaald. De enige die geld verdienden waren hun partners. An sich is daar niets mis mee, ware het niet dat je als vrouw volledig afhankelijk was van je partner, die alle inkomsten binnenbracht. Vrouwen werden veroordeeld tot een job die weinig prestige had: zorgen, kuisen, onderhouden. Als deze drie werkwoorden wel uitbesteed en vergoed worden, bungelen die onderaan de sociale ladder en dito loonschaal.
Zo maakte ze CARE, een tentoonstelling die bestond uit drie delen Personal, General, and Earth Maintenance. Voor het persoonlijke zocht ze naar de relatie tussen een vrouw zijn, moeder en kunstenaar. Ze kuiste de ruimtes waar ze tentoonstelde van boven tot onder, deed Washing performances met kleren, stenen en luiers. De arbeid die ze verricht, is de kunst. In het tweede richt ze zich naar de mensen die onderhouden als job. De performance heette 'I Make Maintenance Art One Hour Every Day' Ze vroeg de sanmen, zoals ze door de stedelingen genoemd werden, wat ze van hun werk zouden kunnen categoriseren als kunst. Ze gebruikte zichzelf als kanaal, waardoor het onderhoudspersoneel toegang kreeg tot een artistieke autoriteit die ze in haar manifest had uiteengezet: de kans tot het benoemen.
Ze sprak met de mensen, luisterde naar hun verhalen, en maakte er een tentoonstelling van. Tot op de dag van vandaag ontmoet ze de sanmen, en ze schudt ze altijd een hand. Daar worden foto’s van genomen, en zo wordt van de letterlijke daad – het luisteren – een poëtisch beeld gemaakt: door hen te horen en de hand te schudden toont ze haar appreciatie.
In het derde deel richtte ze zich op de aarde, en stelde ze voor om vervuilde lucht en aarde te reinigen of te zuiveren.
Naast het vaststellen dat men een verschil maakte tussen scheppen en onderhouden, zag MLU ook een verschil in hoe zij kunst benaderde, en hoe de meeste van haar mannelijke tijdgenoten dat deden. Zij waren met process art en Minimalisme bezig, ze bouwden en verbouwden objecten, zonder rekening te houden met hoe die processen tot stand komen en deel uitmaken van het dagelijkse leven. Als voorbeelden haalde ze ooit in een interview Richard Serra en Donald Judd aan. Volgens haar was Serra een staalarbeider zonder het werk, zonder de arbeiders. En Judd was de timmerman zonder arbeiders. Ze hadden geen werknemers, ze hadden geen mensen, ze hadden objecten - of ze hadden resultaten. Dit was in schril contrast met Mierle die vier jaar lang probeerde grote, drijvende objecten te maken, die ze daarna kon laten leeglopen en in haar zak stoppen. Ze noemde haar werk Maintenance Art. Voor haar was het de kunstenaar, niet de kunstgeschiedenis, niet de critici, niemand anders - het is de kunstenaar die uitvindt wat kunst is, en daarom schreef ze haar manifesto.
Naast het vaststellen dat men een verschil maakte tussen scheppen en onderhouden, zag MLU ook een verschil in hoe zij kunst benaderde, en hoe de meeste van haar mannelijke tijdgenoten dat deden. Zij waren met process art en Minimalisme bezig, ze bouwden en verbouwden objecten, zonder rekening te houden met hoe die processen tot stand komen en deel uitmaken van het dagelijkse leven. Als voorbeelden haalde ze ooit in een interview Richard Serra en Donald Judd aan. Volgens haar was Serra een staalarbeider zonder het werk, zonder de arbeiders. En Judd was de timmerman zonder arbeiders. Ze hadden geen werknemers, ze hadden geen mensen, ze hadden objecten - of ze hadden resultaten. Dit was in schril contrast met Mierle die vier jaar lang probeerde grote, drijvende objecten te maken, die ze daarna kon laten leeglopen en in haar zak stoppen. Ze noemde haar werk Maintenance Art. Voor haar was het de kunstenaar, niet de kunstgeschiedenis, niet de critici, niemand anders - het is de kunstenaar die uitvindt wat kunst is, en daarom schreef ze haar manifesto.
Een beetje zoals ik ook het mijne schreef. Waar wil ik naartoe, wat zou ik liever anders zien, hoe kan ik bij mezelf beginnen?
Het heft in eigen handen nemen, manoeuvreren tussen alle discrepanties van hun wereld, en compromisloos hun eigen ding doen, dat is wat deze vrouwen deden, en wat ik bewonder.
Het heft in eigen handen nemen, manoeuvreren tussen alle discrepanties van hun wereld, en compromisloos hun eigen ding doen, dat is wat deze vrouwen deden, en wat ik bewonder.
“Te radicaal, te weinig subtiel”, het zijn opmerkingen die ik al gekregen heb over mijn werkproces. Misschien kan ik opteren voor passief activisme? Ik ben passief activistisch als ik mijn deur uitkom, als ik mij alleen op straat begeef, als ik het internet opga.
Ook de jonge queer schrijver Ocean Vuong spreekt er over in zijn deels autobiografische roman “Op aarde schitteren we even”.
Ook de jonge queer schrijver Ocean Vuong spreekt er over in zijn deels autobiografische roman “Op aarde schitteren we even”.

Grote betogingen zijn niet aan mij besteed, veel respect voor wie zich wel in die grote zee van emoties en klanken kan rechthouden, maar ik moet alleen huilen. Er was een running joke in mijn klein huishouden dat als meer dan drie mensen achter éénzelfde nobel doel staan, ik het niet droog houd.
Zoals MLU zal ik mijn eigen kunst wel bepalen en tot welke stroming ik wil behoren, en ze zal niet passief zijn. Er zijn nog steeds mensen nodig die compromisloos hun eigen ding willen doen, niet enkel witte vrouwen, zoals ikzelf.
Ukeles en Maiolino krijgen pas de laatste jaren erkenning. Het is misschien niet ideaal, maar we mogen niet vergeten dat het kàn. Wij vrouwen zijn buigzaam, adaptief, creatief. Deze twee kunstenaressen geven mij een hoopvol gevoel; moeders (x/v/m) zijn het centrum van de wereld, revolutionair, en ze baren de volgende generatie.
Adva zei me eens dat ik naar een werk moest kijken gemaakt door een vrouw over onder andere vrouwelijkheid. Het was iets met een trapeze. Meer info had ze niet, maar ze raadde het me sterk aan. Een week later ging ik op zaterdag naar het performance festival Enter through the void, exit through the gift shop van Nein collectief in Campo Gent. Toen ik naar de voorlaatste voorstelling, Ostentation van Sophia Rodriguez, ging die avond viel mijn frank pas nadat de performer aan een trapeze hing, en daarna in een verlaagde stem tegen een man sprak hoe mannen soms eng tegen vrouwen spreken. Het was één van de meest ingrijpende dingen die ik ooit zag.
Ik kan nu uitwijden over wat dit werk net was (extravaganza!! vagina! dingen uit vagina! pingpongballen! oempa gasolina! een luchtkasteel!), en wat het dan met me deed (lachen, boos zijn op mannen, me oncomfortabel voelen omdat ze er zo wàs, maar ook gesterkt in mijn ideeën!), maar het waren de reacties van anderen die me eigenlijk meer deden.
“Moest dat nu zo naakt met haar vagina?” “Ik vond het heel erg euh niche, zo dat hele feminisme, en queer en zo. Ik dacht “is dat dan feminisme”?”
Ik denk dat dit inderdaad feminisme is, want zoals met alles, heeft feminisme niet één gezicht.
Het gaat me niet om het feit dat sommige mensen het niet goed vonden, want smaak is super persoonlijk, maar eerder over hoe Sophia Rodriguez gepercipieerd werd en hoe ze zo hard tegen die vrouwelijke stereotyperingen inging, en ze vooralsnog op haar geplakt kreeg.
Ja, ze was aanwezig, ze was heftig. Volgens een medestudente uit het tweede jaar performance was ze niet zo integer. Maar moet een vrouw integer zijn, lief, en zacht? Moeten we onze geslachtsdelen wegsteken, en mogen we er al zeker geen dingen insteken?
Ik vind het moeilijk hoe we ons altijd moeten wegsteken. Hoe we niets expliciets seksueel mogen doen. Sophia Rodriguez heeft een kind, er is wel wat groters uit haar vagina gekomen dan een pingpongbal. Het is ook niets nieuws, Carolee Schneeman deed het in 1975 met haar werk Interior Scroll waarbij ze een lint papier uit haar vagina haalde en de tekst die erop stond voor las. Shocking!!!!! Rodriguez toonde de extremen, en ze was inderdaad niet lief, ze was heel in your face.
Dat is wat Sophia Rodriguez en Julie Cafmeyer gemeen hebben. Ze zijn direct, ze winden er geen doekjes om, ze tonen wie zij zijn en als mensen dat niche vinden en egocentrisch dan zou me dat eigenlijk geen bal mogen schelen, maar dat doet het me wel, want ik ben blij dat ze er zijn.
Ik ben erg op zoek naar een manier om ook zo in het leven te staan, om mij niet te schamen voor mijn lichaam en mijn seksualiteit. Om niet bang te moeten zijn dat ik overshare, terwijl ik gewoon eerlijk ben. Ook om me veilig te voelen, ik wil me kunnen opstellen als een seksueel wezen zonder bang te moeten zijn dat dat voor sommigen een vrijgeleide is om dingen te eisen. Om verwachtingen te stellen. Ik wil gewoon echt heel graag mijzelf zijn, als de jonge vrouw die ik ben.
Zoals MLU zal ik mijn eigen kunst wel bepalen en tot welke stroming ik wil behoren, en ze zal niet passief zijn. Er zijn nog steeds mensen nodig die compromisloos hun eigen ding willen doen, niet enkel witte vrouwen, zoals ikzelf.
Ukeles en Maiolino krijgen pas de laatste jaren erkenning. Het is misschien niet ideaal, maar we mogen niet vergeten dat het kàn. Wij vrouwen zijn buigzaam, adaptief, creatief. Deze twee kunstenaressen geven mij een hoopvol gevoel; moeders (x/v/m) zijn het centrum van de wereld, revolutionair, en ze baren de volgende generatie.
Adva zei me eens dat ik naar een werk moest kijken gemaakt door een vrouw over onder andere vrouwelijkheid. Het was iets met een trapeze. Meer info had ze niet, maar ze raadde het me sterk aan. Een week later ging ik op zaterdag naar het performance festival Enter through the void, exit through the gift shop van Nein collectief in Campo Gent. Toen ik naar de voorlaatste voorstelling, Ostentation van Sophia Rodriguez, ging die avond viel mijn frank pas nadat de performer aan een trapeze hing, en daarna in een verlaagde stem tegen een man sprak hoe mannen soms eng tegen vrouwen spreken. Het was één van de meest ingrijpende dingen die ik ooit zag.
Ik kan nu uitwijden over wat dit werk net was (extravaganza!! vagina! dingen uit vagina! pingpongballen! oempa gasolina! een luchtkasteel!), en wat het dan met me deed (lachen, boos zijn op mannen, me oncomfortabel voelen omdat ze er zo wàs, maar ook gesterkt in mijn ideeën!), maar het waren de reacties van anderen die me eigenlijk meer deden.
“Moest dat nu zo naakt met haar vagina?” “Ik vond het heel erg euh niche, zo dat hele feminisme, en queer en zo. Ik dacht “is dat dan feminisme”?”
Ik denk dat dit inderdaad feminisme is, want zoals met alles, heeft feminisme niet één gezicht.
Het gaat me niet om het feit dat sommige mensen het niet goed vonden, want smaak is super persoonlijk, maar eerder over hoe Sophia Rodriguez gepercipieerd werd en hoe ze zo hard tegen die vrouwelijke stereotyperingen inging, en ze vooralsnog op haar geplakt kreeg.
Ja, ze was aanwezig, ze was heftig. Volgens een medestudente uit het tweede jaar performance was ze niet zo integer. Maar moet een vrouw integer zijn, lief, en zacht? Moeten we onze geslachtsdelen wegsteken, en mogen we er al zeker geen dingen insteken?
Ik vind het moeilijk hoe we ons altijd moeten wegsteken. Hoe we niets expliciets seksueel mogen doen. Sophia Rodriguez heeft een kind, er is wel wat groters uit haar vagina gekomen dan een pingpongbal. Het is ook niets nieuws, Carolee Schneeman deed het in 1975 met haar werk Interior Scroll waarbij ze een lint papier uit haar vagina haalde en de tekst die erop stond voor las. Shocking!!!!! Rodriguez toonde de extremen, en ze was inderdaad niet lief, ze was heel in your face.
Dat is wat Sophia Rodriguez en Julie Cafmeyer gemeen hebben. Ze zijn direct, ze winden er geen doekjes om, ze tonen wie zij zijn en als mensen dat niche vinden en egocentrisch dan zou me dat eigenlijk geen bal mogen schelen, maar dat doet het me wel, want ik ben blij dat ze er zijn.
Ik ben erg op zoek naar een manier om ook zo in het leven te staan, om mij niet te schamen voor mijn lichaam en mijn seksualiteit. Om niet bang te moeten zijn dat ik overshare, terwijl ik gewoon eerlijk ben. Ook om me veilig te voelen, ik wil me kunnen opstellen als een seksueel wezen zonder bang te moeten zijn dat dat voor sommigen een vrijgeleide is om dingen te eisen. Om verwachtingen te stellen. Ik wil gewoon echt heel graag mijzelf zijn, als de jonge vrouw die ik ben.
Sophia zoekt de grenzen op tussen vrouwelijkheid en mannelijkheid, de machtsverhoudingen. Door mannen aan te spreken in een lage stem, verandert ze wie ze is en toont ze net heel hard wie ze wel is. Staat vrouwelijkheid altijd in relatie tot mannelijkheid?