Ik kan niets anders dan iedereen met R. vergelijken. Hoe op mijn gemak ik mij bij haar voelde, hoe meer vragen ik mij over een ander stel. 
R. liet mij ‘s ochtends het bed niet uit, ook al 1) had ik honger 2) nog geen koffie binnen 3) moest ik plassen 4) was ik letterlijk aan het bloeden.                                       Ze liet me niet los. We hielden elkaar de hele avond vast. Haar lichaam en het mijne pasten niet in elkaar, maar dat was niet erg. Ze rook lekker. Ik vind haar nog steeds erg knap. 
Tiktok haat me, want hoewel ik haar al lang ontvriendde, toont het algoritme me elke video die ze maakt. Ik mag nog zo vaak klikken op “niet geïnteresseerd”, die app weet helaas dat het omgekeerde waar is. 
“Je moet niet bang zijn om haar nog eens te sturen”, zegt Laurent. Ik zeg dat ik daar aan denk, maar het niet goed weet.                                                                                             Ik heb twee mogelijkheden:
1. “Kijk R., allemaal goed en wel, maar je kan niet zomaar zeggen dat je niet meer met mij kan daten omdat ik jou aan je moeder doe denken, om dan met de noorderzon te verdwijnen.”                                                                                                            2.“Ik mis je.”
Ik haat ze alletwee.
Mijn tactiek om de ene te vergeten, is het vaak om op een ander smijten. Op een andere date vertelde iemand me dat die vrouwen daten gemakkelijker dan mannen vond, maar dat vrouwen je meer pijn kunnen doen dan wie dan ook. Ik knikte. Met die eerste zin ben ik het niet per se eens, met de tweede des te meer.                       Deze date eindigde trouwens best absurd. Antagonist: de avondklok. Het was plots 23:56u en in snelle paniek ben ik toen op mijn fiets gesprongen. Ik hoorde hen niet meer, behalve die ene keer toen die vroeg of ik hun hond dat weekend in Nederland kon gaan halen. Die kende niemand anders met een rijbewijs en auto. Ik had helaas al andere plannen.
Die en hun hond stellen het goed. 
Weet ik van Instagram.
R. deed het gewoon ook zo goed. Ze maakte het zo poëtisch. Hoe kan je iemand vergeten die je met haar moeder vergeleek? Dezelfde moeder die haar zei dat ze bad tot God om haar puurheid en eer te bewaren, vlak voor ze vertrok naar mij. Die moeder was natuurlijk niet dom: waarom ging haar dochter plots wekelijks naar Gent, volledig opgemaakt, opgekleed, om pas de volgende dag in de late middag weer terug te komen?
Toen ze me dit vertelde, lachte ik dat God haar moeder gehoord had, en mij met een darmontsteking had opgezadeld. Een slimme zet, want haar eer compromitteren was het laatste waar ik aan dacht die avond. 
We keken naar Please Like Me: meer homoseksualiteit zat er helaas niet in. 
Hoewel die moeder al “van het ergste uitging”, was de situatie vele keren erger dan ze zich kon inbeelden. Ik was niet zomaar een jongen die R. leerde kennen tijdens het uitgaan: ik was een blauwharige, biseksuele, non-monogame, atheïstische kunststudent die ze op Tinder had leren kennen. 
Het enige religieuze in mijn leven was haar trauma, wat iets dat voor ons beiden al erg moeilijk was, nog een pak complexer maakte. 
Ik denk dat ze het gewoon niet kon. Dat ze er nog niet was. 
En dat kan je niemand kwalijk nemen. 
Het doet alleen zo’n pijn. Op een manier die enkel vrouwen kunnen veroorzaken.
 
Back to Top