Stel dat je zou zeggen dat je het moeilijk vindt om in te schatten welke verhalen je mag vertellen, en welke niet.
Stel dat je niet goed weet wanneer je je iets toeëigent, of wanneer je gewoon je standpunt probeert te verduidelijken.
Stel dat je niet goed weet wanneer je je iets toeëigent, of wanneer je gewoon je standpunt probeert te verduidelijken.
Stel dat je heel eerlijk en expressief over je datingleven wilt vertellen, maar daarbij lijkt te vergeten dat je daar met twee, en soms meerdere partijen, in bent.
Stel dat je partner vindt dat hij enkel slecht in jouw schrijven naar voor komt, en zich afvraagt of dat dat is hoe je hem echt zie. Stel dat je gewoon over de moeilijkheden schrijft omdat je die interessanter vindt dan de dingen die goed gaan.
Stel dat je jezelf soms te veel ziet als een hoofdpersonage.
-----------------------------------------
Het wordt moeilijker en moeilijker om inspiratie rondom je op te slaan, om in contact te komen met vormelijk interessante dingen, kleine, onbelangrijk lijkende dialogen in een station ergens onderweg, gesprekken met vrienden over levensveranderende onderwerpen.
Je put meer uit jezelf dan uit anderen. Je zoekt naar herinneringen die als materiaal kunnen dienen, dingen die je opschreef om ooit eens te gebruiken, materiaal dat je maakte dat uiteindelijk niet paste voor het doel. Dat alles stapelde zich op, en je denkt er nu een duik in te nemen. Als in een grote kleerkast waar je de houten bodem niet meer kan zien door alle kleurrijke truitjes die je in de jaren kocht en niet meer draagt.
Je vergeet dat kledingstukken gelinkt zijn aan momenten, geuren, plaatsen, mensen, gevoelens. Je vergeet dat je herinneringen en die kleine puzzelstukjes dat evenzeer zijn. Je vergat dat ene videowerk dat je ooit maakte waarin je beelden uit de douche toonde, met een seconde een borst in beeld, waar je Redbone van Childish Gambino onderzette, je was vergeten hoe je bloosde toen de docent, de enige docent die oprecht het beste met je voor leek te hebben, zei dat hij het wat erotisch vond en niet goed snapte waar de link met je intentie lag.
Je vergat hoe je dan snel iets anders maakte voor het examen, iets heel cliché, en hoe de leerkracht, de enige andere van wie je ook vermoedde dat haar intenties zuiver waren, zei hoe "ze je gebuisd had met een boodschap". Je ogen werden glazig, licht reflecteerde op tranen, ze greep je hand, je trok die weg. Je ging naar de zangles en zong de longen uit je lijf. Dat hele jaar is één pijnlijke waas.
Je vergat hoe je dan snel iets anders maakte voor het examen, iets heel cliché, en hoe de leerkracht, de enige andere van wie je ook vermoedde dat haar intenties zuiver waren, zei hoe "ze je gebuisd had met een boodschap". Je ogen werden glazig, licht reflecteerde op tranen, ze greep je hand, je trok die weg. Je ging naar de zangles en zong de longen uit je lijf. Dat hele jaar is één pijnlijke waas.
Oké, die je ben ik, en ik ontdekte dat die berg bestaat omwille van een reden. Dat nu misschien niet het goede moment is om kiezen wat ik hou, en wat ik wegbreng.
Ik vraag me af of ik mijn trauma’s, en (schijnbaar) opgeborgen pijn wel kan blijven gebruiken als materiaal. Hoe autobiografisch kan je gaan? Hoe hard kan ik interessante verhalen blijven vertellen, en ten koste van wie?
Ik vraag me af of ik mijn trauma’s, en (schijnbaar) opgeborgen pijn wel kan blijven gebruiken als materiaal. Hoe autobiografisch kan je gaan? Hoe hard kan ik interessante verhalen blijven vertellen, en ten koste van wie?
------------------------------------------
Vorige week was onze één op één proclamatie. Ik werd het podium van de Miryzaal opgeleid, waar twee zangeressen klaarstonden. Op de vloer was er een kruis aangebracht waarop ik moest gaan staan (iets met anderhalve meters).
Ik draaide me meteen naar de zaal. Ik ben het gewend om daar te staan, en vanuit die positie de wereld te benaderen. Ik kan praten, ik kan schrijven, ik kan spelen, ik kan voordragen, en mensen kunnen luisteren.
(Dat ik me moest omdraaien, met mijn rug naar de zaal,
werd snel duidelijk, en dat ik me op een proclamatie
van het zesde leerjaar voelde, ook.)
Ik draaide me meteen naar de zaal. Ik ben het gewend om daar te staan, en vanuit die positie de wereld te benaderen. Ik kan praten, ik kan schrijven, ik kan spelen, ik kan voordragen, en mensen kunnen luisteren.
(Dat ik me moest omdraaien, met mijn rug naar de zaal,
werd snel duidelijk, en dat ik me op een proclamatie
van het zesde leerjaar voelde, ook.)
------------------------------------------
Als ik erg autobiografisch wil gaan, kan ik mijn punt bewijzen met een heleboel anekdotes. Ik kan uitleggen waarom stalken leidt tot moord, met een voorbeeld uit mijn dorp (en die familie dan?). Ik kan vertellen welke rode vlaggen ik negeerde op een date, zelfs al waren er oorlogsmisdaden mee gemoeid (en dat meisje dan?). Ik kan vertellen hoe hard ik uitkijk naar een date met een vrouw (en wat met mijn andere dates dan, zou ik graag lezen hoe de persoon waar ik mee date uitkijkt naar iemand anders, is dat ook hoe het werkt? En mijn lief dan? Die best weinig vraagt, maar het dan allemaal online moet lezen? Mijn familie die meeleest? Dag papa, Elise, Titus en oma.)
Hoe doen ze het? Die schrijvers? Hoe beslissen ze wat ze kunnen zeggen en wat niet? Welk verhaal het hunne is, en waar ze beter vanaf blijven? Door wat zijn we gedreven? Door wat ben ik gedreven? Een drang om te oversharen? Een drang om iets te veranderen, om iets in gang te zetten?