
Een maand geleden reed ik samen met Kapinga naar Oostende voor een vergadering met het jongerenplatform van Mu.ZEE. Ik deed even mijn turbulent persoonlijk leven uit de doeken, en daarnaast hoe druk ik het had. Kapinga vertelde dat ze dat goed kende, en dat voor haar de maatstaf was dat het uit de hand liep, als ze afspraken begon te vergeten. Dat leek me een waterdichte tactiek.
De week erop liep ik door het centrum, kwam Sander tegen die, toen ik hem vertelde dat hij er goed uitzag, me paniekerig aankeek en zei “Nu even niet, ik heb teveel stress.” Naast de humor van de situatie, schoot me te binnen dat er nog een vergadering was in Mu.ZEE, en dat Kapinga waarschijnlijk al aan het wachten was op mij. En inderdaad, ze stond al een halfuur aan mijn auto, terwijl ik nog al mijn spullen op kot moest gaan halen.
Shit. Ik begon afspraken te vergeten. En als ik eerlijk ben, ben ik in die week dat Kapinga me vertelde dat ik hier waakzaam voor moest zijn, al een heleboel dingen vergeten, maar het raakte me pas echt toen ik hààr vergeten was. Het was extra confronterend, want nu kon ik zelfs niet eens meer doen alsof het wel lukte.
Ik zou mijn drukke millennial zelf niet zijn, als ik deze situaties allemaal nog even op zijn beloop liet tot een crash moment. En u raadt het waarschijnlijk al: dat crash moment was deze week.
Naast het maken van een hopelijk zo spectaculair mogelijke bachelorproef, een zine voor Mu.ZEE in goede banen leiden, ja zeggen op zes uur per week lesgeven in het DKO, iets voor Copacobana proberen te fixen, nog steeds geen werk hebben voor een groepstentoonstelling in Torhout op 11 september, en ondertussen mee een activistisch collectief op poten te zetten, dacht ik dat het een goed idee zou zijn om ondertussen nog mee te doen aan een online summerschool, waar mijn ex ook deel uit van zou maken.
Ik weet dat veel nogal voor de hand ligt deze week, maar u raadt het waarschijnlijk opnieuw al: dit was géén goed idee.
Vorig jaar heb ik echt een goede tijd beleefd op LAbO van Champs d’Action in De Singel. Het is te zeggen, ik was boos omwille van het feit hoe wit en mannelijk het team van coaches was, en dat die loser Jan Fabre nog steeds op dat dak staat. Mijn ouders hadden mij net een tasje cadeau gedaan van de Guerilla Girls, en die tien dagen lang werkte ik aan een solo performance Lone Gorilla(s). Een goede, activistische, boze tijd dus. Zo heb ik het graag.
Ik denk dat ik op een naïeve manier weer zo diep in een werk wilde duiken, om alles opzij te zetten en weer met een nieuw werk af te komen. Maar ik heb zo zwaar onderschat hoe eenzaam dit hele online gebeuren is. Je ziet elkaar niet, je kan elkaar niet aanraken, geen gezichten en lichaamstaal lezen, je zit gewoon helemaal alleen in je keuken met voor je een mozaïek aan gezichtjes van mensen die amper tot niet kent. Vorig jaar waren we ook altijd met twee, samen opstaan en vertrekken naar Antwerpen, en samen ‘s avonds weer thuis komen, verder werken, gaan slapen en opnieuw. Nu stond ik vroeg op, probeerde wat werk gedaan te krijgen (tevergeefs), eindigde meestal in een koffiebar met mijn lief, wilde niet weg, moest weg, probeerde naar school te gaan, waar vrienden waren die echt zijn en aanraakbaar en grappig, om mezelf vervolgens naar de computer te slepen en te doen alsof ik even enthousiast was als anders. Proberen de connectie met de ene persoon die weet hoe deze week in elkaar zit aan te halen, tot de conclusie te komen dat ook die losgelaten moet worden, learning it the hard way, en ook dit werd een pakje in het al te drukke sorteercentrum dat mijn hoofd is.
Ik hield het vol tot woensdag. En wat er toen gebeurde raad je nooit.
Niemand vond het erg dat ik uit de summerschool stapte??? Ik werd niet hysterisch gemist??? Het project dat ik aanvankelijk op poten zette, lukte volledig zonder mij???? Mensen noemden me… moedig, omdat ik mijn grenzen aangaf???? Ze wensten me SUCCES met mijn bacherlorproef????
Wat is dit? Hoe zo praat ik mezelf altijd aan dat ik onmisbaar ben terwijl dit dus duidelijk NIET het geval is?
Wat is dit? Hoe zo praat ik mezelf altijd aan dat ik onmisbaar ben terwijl dit dus duidelijk NIET het geval is?
Ik zat gisteren samen met Sander om te bedenken hoe we iets kunnen organiseren onder de naam van Copacobana zonder dat het een heel festival is (stay tuned), en toen ik hem alles vertelde zei hij “Als die expo in Torhout niet lukt, is dat geen probleem hé Anaïs.”
OPNIEUW, niemand is boos op mij???? Ik kan zeggen dat dingen teveel zijn??? Mensen vràgen of het niet allemaal teveel is???
OPNIEUW, niemand is boos op mij???? Ik kan zeggen dat dingen teveel zijn??? Mensen vràgen of het niet allemaal teveel is???
Waarom zijn artistieke grenzen aangeven zo moeilijk? Ik heb heel vaak het gevoel dat we leven in een klimaat waar je op elke opportuniteit ja moet zeggen, dat je elke kans moet grijpen, want die leidt weer naar een nieuwe kans en misschien leidt die wel tot de plek die je zo graag wilt? Mijn lief lachte met mensen die als je vraagt hoe het met hen gaat antwoorden “Druk druk druk, maar ik heb dat graag.”
Goed, hij lachte dus met mij.
Want dat is echt mijn go to antwoord.
Stiekem werd ik er blij van toen ik een paar alinea’s hierboven opsomde waar ik AlLeMaAl mee bezig was, en dat is het probleem. Een groot stuk van mijn eigenwaarde hangt af van de projecten die ik doe, en als die dan niet meer haalbaar zijn, voelt het als een persoonlijk falen. Ik trap dus met open ogen in de neoliberale trucjes die ons willen laten geloven dat we ook werkelijk ons werk zijn, zodat we blijven meedraaien in dit hamsterwiel dat kapitalisme heet.
En ik voel me er leeg door, ik lever half werk, en wil eigenlijk vooral het liefste slapen. Je leest vaak dat jonge vrouwen (en minderheden) het gevoel hebben dat ze hun vrouw zijn moeten overcompenseren, en zich dus nog harder inzetten voor hun dromen. Met als resultaat dat ze op hun 25e helemaal opgebrand zijn. Ik zie het niet zitten om over drie jaar een quarterlife crisis door te maken, dus ik moet even nadenken waar ik echt gelukkig van word. Om het in de sloganeske taal van Marie Kondo te zeggen: what sparks joy in my life?
Goed, hij lachte dus met mij.
Want dat is echt mijn go to antwoord.
Stiekem werd ik er blij van toen ik een paar alinea’s hierboven opsomde waar ik AlLeMaAl mee bezig was, en dat is het probleem. Een groot stuk van mijn eigenwaarde hangt af van de projecten die ik doe, en als die dan niet meer haalbaar zijn, voelt het als een persoonlijk falen. Ik trap dus met open ogen in de neoliberale trucjes die ons willen laten geloven dat we ook werkelijk ons werk zijn, zodat we blijven meedraaien in dit hamsterwiel dat kapitalisme heet.
En ik voel me er leeg door, ik lever half werk, en wil eigenlijk vooral het liefste slapen. Je leest vaak dat jonge vrouwen (en minderheden) het gevoel hebben dat ze hun vrouw zijn moeten overcompenseren, en zich dus nog harder inzetten voor hun dromen. Met als resultaat dat ze op hun 25e helemaal opgebrand zijn. Ik zie het niet zitten om over drie jaar een quarterlife crisis door te maken, dus ik moet even nadenken waar ik echt gelukkig van word. Om het in de sloganeske taal van Marie Kondo te zeggen: what sparks joy in my life?
Jullie, om te beginnen. Het schrijven van deze wekelijkse brief. En de rest moet ik nog even uitzoeken. Waar worden jullie gelukkig van, los van de druk van het kapitalisme? Moeilijke vraag, ik weet het. Maar laat het me maar weten, alsjeblieft.